Posts tonen met het label metselverband. Alle posts tonen
Posts tonen met het label metselverband. Alle posts tonen

Opus reticulatum, Romeins metselverband

Romeinse bouwkunst in Trier
Opus reticulatum was een Romeinse bouwwijze die veel overeenkomsten vertoonde met het Opus incertum. Hierin verschilt Opus recticulatum met Opus incertum dat de wanden niet werden gemetseld in breuksteenverband door het verwerken van kleine onregelmatig gevormde steenstukken maar van grote vrij regelmatig gehakte steenstukken. Het verband tussen gemetselde muren werd verkregen door regelmatig een ankersteun van muur naar muur te laten lopen. De spouw die ontstond tussen de twee muren werd daarna opgevuld met stampbeton.

Typisch Romeins metselwerk met
rode 'speklagen' komende van
de opgegraven ruïnes in Bavay
De Romeinen gebruikten, tijdens het metselen, vermalen vulkanische gesteenten die de eigenschappen bezitten van het moderne cement dat een chemische reactie vormen in aanraking met water. Het vulkanisch gesteente werd gemengd met kalk en zeewater (dat laatste is het geheime ingrediënt). Het zeewater zorgde ervoor dat er een stevige massa ontstond die aan elkaar bleef kleven. Zo ontstond het Romeinse 'Beton'. Deze mengeling werd uiteraard ook gebruikt om mortels mee te vervaardigen zodat men gemakkelijk stenen kon metselen. Met deze techniek konden de Romeinen ook hoger en steviger gaan bouwen. En het moet gezegd worden: de Romeinse mortels en betonnen constructies hebben in vele gevallen de tand des tijds overwonnen. Dit kun je niet zeggen van veel moderne gebouwen waar gewone portlandcement in verwerkt werd.

Baksteenarchitectuur

Baksteengevel HOWEST school in Brugge
Baksteengevel HOWEST school in Brugge
Baksteenarchitectuur is de bouwwijze waarbij de baksteen het
esthetische voorkomen van een gebouw bepaalt.

Deze baksteenarchitectuur is uiteraard zeer gekend in gebieden die rijk zijn aan klei (hoofdbestanddeel van bakstenen). Zo zijn de gebouwen in Vlaanderen en Nederland al van oudsher voorzien van bakstenen. Tot ver in de 19de eeuw kregen bakstenen ook een constructieve en dragende functie binnen het gebouw.

Tijdens de Renaissance (tussen 1400 tot 1600) werden vaak bakstenen afgewisseld met natuursteen. In de Barok (vanaf 1600) werd natuursteen nog belangrijker. Zo ziet men vaak baksteenconstructies die omringd en versterkt zijn door natuursteen.

Als men werkt met bakstenen kan men met de vele eigenschappen van dit materiaal gaan spelen. Zo bakstenen in tal van formaten en kleuren. Maar ook de wijze waarop de bakstenen gestapeld worden kan het gebouw een ander uitzicht bezorgen. Zo spreekt men van verschillende metselverbanden.
zijn er duizenden soorten.

Rustieke bakstenen in halfsteensverband
Rustieke bakstenen in halfsteensverband

Metselverbanden van baksteenmetselwerk

Rustieke bakstenen in halfsteensverband
Rustieke bakstenen in halfsteensverband
Metselwerk wordt gevormd door het opeenstapelen van kleine bouwelementen (meestal bakstenen).
Dit volgens een bepaald verband onderling verbonden door mortel of lijm.

Stabiliteit van de muur
We verkrijgen een stabiel geheel (muur) waarbij de dikte, het soort verband, de sterkte en de soort mortel of lijm, de sterkte van de bouwelementen, het verband en de hechting van de mortel of lijm aan de bouwelementen een cruciale rol spelen. Daarom bestaan de bouwelementen meestal uit bakstenen, natuurstenen of betonstenen.

Voegen en lagen
Hierbij spelen ook de voegen een grote rol. Hierin onderscheiden we lagen en voegen.
Een laag is een opeenvolgende rij stenen met voeg, deze staan meestal haaks op de aangrijpende krachten.
Bij de voegen onderscheiden we de lintvoegen (horizontale voeg tussen 2 rijen stenen) en de stootvoeg (verticale voeg tussen 2 stenen die naast elkaar liggen).
Voor meer informatie over voegen verwijzen we u graag naar de informatie over:
Afmetingen van module-stenen (bakstenen), voegen, delen, lagenmaten, het verhakken van stenen en bepaling van de voegdikte.

Koppenlaag / Strekkenlaag
Soms zie je in een metselverband een koppenlaag of strekkenlaag, dit ter versiering van het metselwerk. Bij een koppenlaag komen alle koppen in het zicht (breedt van de baksteen). Bij een strekkenlaag ziet men de strek (langse zijde van de baksteen).

Metselverbanden
Een metselverband is de wijze waarop de stenen onderling gemetseld worden om een stabiel geheel te vormen door het soort verband en toevoeging van lijm of mortel.

Muurdikten
Halfsteenswerk (10 cm of modulair 88 mm):
Hierbij is de dikte van de muur 1 steen breed.

Steenswerk (20 cm of modulair 188 mm):
Hierbij is de muurdikte gelijk aan de lengte van 1 steen of 2 keer de breedte van een steen + 1 voeg ertussen.

Anderhalfsteenswerk (30 cm of modulair 288 mm):
Hierbij is de muurdikte 1 steenbreedte + 1 voeg + 1 steenbreedte.

Tweesteenswerk (40 cm of modulair 388 mm):
Hierbij is de muurdikte 2 steenlengten + 1 voeg OF 1 steenlengte + 2 steenbreedten + 2 voegen.

Soorten metselverbanden
De meest voorkomende verbanden zijn het halfsteensverband, het staandverband en het kruisverband.
Andere verbanden die vroeger vaker voorkwamen zijn: vlaamsverband, hollandsverband, koppenverband, klezoorverband en kettingverband.
Indien de architect niets voorschrijft is de regel zo dat de muur in het meest voorkomende halfsteensverband moet worden gemetseld, dikkere muren moet in het kruisverband.

Algemene regels voor het bekomen van een goed metselverband
De stootvoegen moeten zoveel mogelijk verspringen tegen over elkaar om een goede verankering te verzekeren.
Doorlopende inwendige voegen moeten zoveel mogelijk vermeden worden, dit zijn voegen die van de ene laag in de andere er boven of er onder doorlopen.
Klezoren zoveel mogelijk vermijden, dit komt soms nog voor aan raamopeningen en kruisverbanden.
Bij hoeken, kruisingen en ontmoetingen moeten de lagen om beurt doorlopen zodat ze stevig met elkaar verbonden worden.
Het metselverband moet zo eenvoudig mogelijk gehouden worden om een goede verwerking en realisatie van de gemetste muur te bekomen.

Halfsteensverband
Halfsteensverband in vooraanzicht:
met links de staande tand en rechts de vallende tand.
Het algemeen uitzicht van het halfsteensverband bestaat erin dat de 2 opeenvolgende lagen telkens verspringen met een halve steen. Hierbij komt dat voor alle lagen de zicht van de strek aan de buitenzijde zit van het metselwerk, met ziet dus enkel de strek zijde van de bakstenen. De 'staande tand' (links) op het einde van een muur als ook de 'vallende tand' (rechts) verspringt telkens met een halve steen.

Toepassingsgebied Halfsteensverband:
Hoekverbinding Halfsteensverband
- voor halfsteensmuren
- voor zelfstandige, niet-dragende muren van 10 cm dik
- wordt meestal gebruikt als buitenspouwblad bij woningbouw

Opmerkingen:
Wanneer een muur onderbroken wordt, bijvoorbeeld op het einde van een muur waar een andere muur haaks zal op aansluiten gebruik je bij voorkeur een vallende tand. In de praktijk echter gebeurt het zeer vaak dat er gekozen wordt voor een staande tand. De rechte beëindiging gebeurt beurtelings met een volle steen en daarboven of onder een halve steen.
Tekening van baksteen kruisverband
Kruisverband

Kruisverband
Kruisverband kan enkel bekomen worden bij muren van 20 cm dik. Elke laag bestaat uit 2 stenen in langsrichting naast elkaar. Deze muren kwamen vroeger vaker voor daar er toen geen gebruik gemaakt werd van een spouwmuur. De muur diende eveneens als dragend element binnen de constructie, zo komt het dat zo'n muur veel dikker is.

Verwante informatie:
Metselwerk in halfsteensverband (tekeningen verbindingen en ontmoetingen)
Afmetingen van module-stenen (bakstenen), voegen, delen, lagenmaten, het verhakken van stenen en bepaling van de voegdikte.
De snelbouwsteen
Populaire en traditionele benoemingen voor bakstenen
Copyright: byWM